EERSTE JOODSE WEESHUIS
In 1850 heerste er in Zuid-Holland een grote cholera-epidemie. Deze sloeg hard toe in ‘de Buurt’ waar de leefomstandigheden slecht waren. Vanuit de Joodse gemeenschap werd daarom geïnvesteerd in sociale instellingen voor deze buurt. Rabbijn Samuel Berenstein (1808-1893), die de Joden liefhebbend ‘Rabbi Beer’ noemden, was een van de initiators voor de oprichting van Het Joodse weeshuis en het Joodse ziekenhuis in Den Haag. Daarnaast was hij betrokken bij de oprichting van de Stichting tot Nut van de Israëlieten in Nederland en de Vereniging voor de Joodsche Letterkunde en Geschiedenis. Samuel Berenstein was een telg uit een beroemd rabbijnengeslacht en gedoodverfd om zijn vader op te volgen als opperrabbijn van Amsterdam, maar hij werd in de hoofdstad als te conservatief beschouwd. In 1848 werd hij benoemd tot opperrabbijn van Den Haag en waarnemend opperrabbijn van Utrecht en Zeeland. Hij ontplooide zich als een groot geleerde, wiens ‘drashot’ (kanselpreken) beroemd waren. Voor zijn grote verdiensten werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Recent Comments